Vanavond is
het zover. Voor de zevende keer ga ik naar Bob Dylan. Reken maar dat ik me er
op verheug. Na de vorige zes afleveringen voel ik me nog steeds als een
basisschoolkind dat op schoolreisje gaat. Het enige dat anders is, is mijn
leeftijd. Maar dat zegt niets, je leeftijd.
In 2002 ging
ik voor het eerst naar een Dylan-concert. Met twee broers, een huisvriend en
diens vriend Jim. Een concert dat in mijn beleving nog steeds als ijkpunt
geldt: Dylan zong als een nachtegaal, en het instrumentarium was geweldig. Mede
dankzij multi-instrumentalist Larry Campbell.
Een jaar later
zag ik Dylan in de Heineken Music Hall. Met een uitstekende versie van Girl Of
The North Country, een hommage aan Dylans overleden vriend Johnny Cash. Opmerkelijk
was dat Dylan achter een geel keyboard stond, waaruit een piano-geluid werd
geproduceerd.
In 2005 was
het weer de beurt aan Ahoy, net als in 2002. In 2007 en 2009, beide rond de
Paasdagen, in de Heineken Music Hall. De 2009-editie bevatte drie avonden. Twee
jaar geleden zag ik Dylan voor het laatst, een double-bill met Mark Knopfler.
Ik hoor nog
steeds van bezoekers van dat concert in 2011, dat Knopfler beter was dan Dylan.
In mijn herinnering was het andersom. Knopfler klonk gelikt, zat keurig in
elkaar, maar het was een verplichte avond. Weinig enthousiasme. In ieder geval
minder dan in dezelfde tour bij eerdere optredens (te zien via YouTube).
Nee, Dylan
blafte Knopfler van het podium. En nu heeft Dylan Knopfler niet nodig als
voorprogramma. Dat doet de zanger zelf, dat voorprogramma.
Wat vanavond
anders zal zijn, is dat ik voor het eerst zonder mijn broer Maarten ga. Hij gaat
niet, vanwege privé-redenen. Ik begrijp dat wel, maar ik vind het jammer. Ik ga
er gemakshalve vanuit dat Maarten iets zal missen.
Maar dat weet
ik morgen pas.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten