Gisteravond
speelde Bob Dylan in The Royal Albert Hall in Londen. Volgens zijn
platenmaatschappij, was dit de zaal waar Dylan in 1966 werd uitgescholden voor
Judas. Dat concert werd in 1998 uitgegeven als vierde aflevering van de fameuze
Bootleg Series. Helemaal juist is de plaatsaanduiding niet: het beruchte
Judas-concert vond niet plaats in ‘Albert’, maar in de Manchester Free Trade
Hall.
De Amerikaanse
schrijver CP Lee heeft over dit incident een prima boekje geschreven: Like The
Night (Revisited), uitgegeven in 2004. In dit boek beschrijft Lee de
ontwikkelingen binnen de folkmuziek, Dylans ontwikkeling en de spanning van de
avond.
In een
interview met Rolling Stone van september vorig jaar, haalde Dylan fel uit naar
de fans die hem voor verrader uitmaakten. De zanger vergelijken met de verrader
die de Heiland Zijn dood instuurde, puur omdat Dylan de elektrische gitaar
pakte – ‘they can rot in hell!’, aldus Dylan over de ‘fans’.
Gisteravond was
ik bij de boek-/cd-presentatie van Gideons Droom van Ernst Jansz. Dit boekje
werd dertig jaar geleden voor het eerst uitgegeven, maar moest drie decennia
wachten op de tweede druk. Welnu, tot nu dus. De bijhorende cd bevat ‘oude’ en ‘nieuwe’
opnames van Jansz, waaronder twee alternatieve krontjong-versies van Liefde Min
Nul/Geen Limit en Iedere Korrel Zand – inderdaad, de vertalingen van de
Dylan-songs Love Minus Zero/No Limit en Every Grain Of Sand.