Het is zover, we staan op de drempel van het nieuwe jaar. Maar dat duurt nog een paar uur. Dat geeft de mogelijkheid om eerst nog over de schouder terug te kijken. Wat was 2020 voor een jaar? Wat hebben we van Bob Dylan gemerkt in de afgelopen twaalf maanden?
Het korte antwoord is: ‘weinig’.
Maar dat is wel heel kort door de bocht. Inderdaad hoorden we weinig van de bard. Dat komt door dat akelige virus, waar ‘het westen’ onder zucht. Met sponsor Zepp gooide Dylan het op een akkoordje voor een tournee in Japan: veertien shows verdeeld over de zalen in Tokio en Osaka. Maar helaas.
In juni en juli stonden vijfentwintig shows gepland in de Verenigde Staten. Maar ook hier gooide corona roet in het eten.
Daar doe je niets aan.
Gelukkig had Dylan in januari van dit jaar nog wel een opname-periode gehad in de Sound City Studios in Los Angeles. Het resultaat is Rough and Rowdy Ways, het eerste album in acht jaar tijd met eigen materiaal. Het is onduidelijk of Dylan het album zelf heeft geproduceerd. Het pseudoniem Jack Frost ontbreekt op de hoes; sowieso wordt geen producer genoemd op het album. Ik heb het gerucht gehoord dat Fiona Apple, die piano speelt op Murder Most Foul, de productie op zich zou hebben genomen.
Murder Most Foul, bijna 17 minuten lang, een lied over de moord op president John F. Kennedy. En Dylans eerste nummer 1-notering in de Verenigde Staten. Het is een nummer dat dit jaar niet de live-première beleefde. Net als al die andere nummers van Rough And Rowdy Ways.
Dat is het zo ongeveer. Geen andere geruchten. Geen aankondigingen over Chronicles Vol. 2. Wel de mededeling dat Dylan met George Clooney het boek Calico Joe van John Grisham gaat verfilmen. Dat is zo ongeveer ook het enige dat we over de boekverfilming weten.
Een gek jaar hebben we gehad. Dat hadden we in januari niet gedacht. Voor vandaag is het genoeg. Ik zet John Wesley Harding op, een mooie plaat om het jaar af te sluiten.