De Britse
popgroep Queen heeft haar muziekrechten verkocht. Voor 1,1 miljard euro zijn de rechten overgegaan naar Sony Music. De firma mag nu dus beslissen wat met de liedjes van Queen gaat gebeuren, zoals het gebruik in reclames. Gitarist Brian May en drummer Roger Taylor zijn overigens nog altijd on tour, dit keer met zanger Adam Lambert. Alle opbrengsten van deze shows komen wel weer bij de overgebleven Queen-leden op de rekening te staan.
Wat vindt bassist
John Deacon van deze deal? Hij is al een kwart eeuw met muziek-pensioen, houdt zich afzijdig rondom de ontwikkelingen van de band, maar zou volgens May en Taylor zich nog wel bemoeien met de financiën van de formatie. Nou ja, voor hem legt deze overeenkomst ook geen windeieren, want nummers als I Want To Break Free, You're My Best Friend en Another One Bites The Dust komen uit de pen van Deacon.
Liefst 1,1 miljard euro. Dat is andere koek dan de 300 miljoen dollar (250 miljoen euro) die Bob Dylan kreeg
overgemaakt van Universal Music. Niks ten nadele van Queen, maar deze deal is toch wel kruislings of omgekeerd evenredig aan de transactie van Dylan. Mag ik dat zeggen?
Maar heb ik het recht om hier iets over te zeggen? Ik ben ook maar een eenvoudige sterveling, die geen weet heeft van dit soort schikkingen. Het gaat mijn pet te boven. Ongetwijfeld niet de pet van
Ik, Jan Cremer. Hij overleed woensdag op 84-jarige leeftijd.
De Enschedese Amsterdammer schreef en maakte beeldende kunst. Hij werd niet geremd door enige bescheidenheid. "Ik lees niet, ik word gelezen", is een quote van hem. Niet gek voor iemand die een trilogie schreef met als titel Ik, Jan Cremer.
In zijn boeken, die niet onderdoen aan Jan Wolkers, heeft
Cremer het vooral over zichzelf. Zijn verhalen zijn tot meerdere glorie van hemzelf. Alle personages dienen hem. Alle voorvallen natuurlijk ook zo. In zijn autobiografie komt Dylan ook wel voorbij. Uiteraard in een bijrol, want Bob Dylan is geen Jan Cremer.
Ernst Jansz put nog wel uit vooral het derde deel van de reeks. Die input gebruikt Jansz voor zijn Dylan-college. Ik vraag me af of Cremers geheugen wel zo goed is. “If you remember the '60s, you really weren't there.”
Nou ja, toe maar. Ik, Jan Cremer mag dan vol zijn geweest van zichzelf, in de Dylan-literatuur doet hij er niet toe. Zelfs niet als Ernst Jansz hem citeert. Jan Cremer had genoeg van zichzelf. Dus kan ik het hier bij laten. Ik heb het recht niet om een objectief In Memoriam over hem te schrijven. Ik heb zelfs niet de rechten om hem te citeren, wat ik ook niet van plan was, trouwens.
Misschien dat zijn nalatenschap naar het Literatuurmuseum wordt gebracht. Of verpatst aan een opkoper. While
money doesn’t talk, it swears / Obscenity, who really cares.