Om ergens onder de aandacht te komen, probeer je jezelf te vergelijken met iets of iemand. Of je neer te zetten als iets. Toen Bob Dylan ruim 65 jaar geleden begon als muzikant, positioneerde hij zichzelf als folkzanger. Een protesterende singer-songwriter. Een artiest in de stijl van Woody Guthrie en Pete Seeger. Van dat label is hij sindsdien nooit meer afgekomen.
Net zo min als het idee dat 'Bob Dylan' zijn artiestennaam zou zijn. Alsof Robert Allen Zimmerman op een dag in augustus 1961 zijn naam niet heeft veranderd bij een rechtbank in Minnesota. Onder toeziend oog van manager Albert Grossman.
Enfin.
Maar in zekere zin is Dylan altijd de protestzanger gebleven. Hetgeen waar hij tegen protesteerde, veranderde wel in de loop van de decennia. Toen zijn liedjes ook meer liefdesliedjes werden, tekende hij protest aan tegen de nauwe opvattingen van de burgerrechtenactivisten. Toen Dylan een elektrische gitaar om zijn nek hing, viel hij uit tegen de traditionele folkies. Toen Dylan naar Nashville trok, protesteerde hij tegen de rock-liefhebbers. Toen Dylan de Bijbel gebruikte voor zijn liedteksten, protesteerde hij tegen de heersende liberale levensbeschouwingen. Toen Dylan putte uit de American Songbook, met liedjes die door Frank Sinatra waren opgenomen, protesteerde hij tegen geschapen beeld dat hij geen crooner kon zijn.
Dat soort vormen van protest.
Hij protesteerde tegen alles wat hem tegelijk ook groot maakte. Je had voor de tijd van de digitale fotografie de analoge fotografie. Je klikte filmrolletjes vol, die negatieven leverde je in bij de donkere kamer van een foto-service en een paar dagen later kreeg je de foto's in kleur afgeleverd. Bob Dylan en zijn 'tegenstanders' zijn als de foto-negatieven. Het een is nodig voor de ander.
Net als de journalistiek. Zonder de schrijvende pers kreeg Dylan niet de aandacht die hij nodig had om door te breken. Om vervolgens diezelfde media tot de grond toe gelijk te maken, bijvoorbeeld in een lied als Ballad of a Thin Man.
Diezelfde journalisten hebben Dylan nodig om in journalistiek-literaire teksten hun verhalen de wereld in te brengen. Hoevele teksten van Dylan zijn inmiddels niet in de kolommen van kranten en tijdschriften verschenen?
Ik denk er vaak aan, de laatste dagen. Omdat de journalistiek mij aangaat. En Dylan net zo. Die paradoxale verhouding herken ik wel. Het wringt soms. Wrijving. Maar ja, zonder wrijving geen glans, toch?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten