zaterdag 28 september 2019

Inspiratie

Nick Cave gelooft niet zo in inspiratie. Zoals hij over wijlen Leonard Cohen zei: “Cohen heeft me beïnvloed met zijn taalgebruik, dictie en ritmiek. Bovendien spraken zijn arbeidsethos en discipline me aan: inspiratie is niet iets wat in de lucht zweeft, geen vogeltje dat op je schouder komt zitten. Je moet gewoon werken, toegewijd zijn aan je ambacht. Schrijven is voor mij een ritueel, op vaste uren, in een kantoor: schrijven door het gewoon te dóén. Zo ben ik het altijd blijven zien, hoe fucked up ik soms ook was door drugs of wat dan ook.”
Of zoals Bart van der Weide van Racoon op zijn beurt over Nick Cave zei: Nick Cave is hier duidelijk over. Een song dwing je af. Sluit jezelf op, ga pas naar huis als je er minstens twee hebt, of het nu schijtliedjes zijn of niet. 
En dan is er nog Otis Gibbs: “Zoiets als ‘inspiratie’ vind ik ook zwaar overschat. Iemand – ik weet niet meer wie – zei ooit: ‘Amateurs wachten op inspiratie. Serieuze kunstenaars gaan gewoon aan het werk.’”
Tot zover het eigen werk, het ambacht. Je hebt ook nog iets als inspiratie door anderen, je geïnspireerd weten door collega's of situaties. Je leest soms zinnen of woordgroepen dat je herkent van een ander. Dat noemen we dan inspiratie. Je bent geïnspireerd door die andere artiest. Zoals mijn docent Nederlands/Taalbeheersing zei: "Het is gewoon jatwerk."
Inspiratie is een kwestie van hard werken en jatten.
Ik moest hier aan denken bij het lezen van een blog van Tom Willems. Hij schrijft over de invloed van Woody Guthrie in het werk van Bob Dylan. En warempel: Dylan jat uit het werk van Guthrie. Tom Willems heeft daar al vaker op gewezen én onderbouwd.
Zoals ook nu dus weer. Het bevestigt wat we weten. Zeker in de folkmuziek van een halve eeuw geleden, was het gebruikelijk om teksten en melodieën van elkaar over te nemen. Zonder bronvermelding. Plagiaat is iets van de laatste decennia.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten