Het was vrijdagavond en
de ijzel trok over het land (bij geval dezelfde tijd van het jaar als
in 2016). Een mooie gelegenheid om de documentaire No Direction Home
van Martin Scorsese maar weer eens te kijken. Liefst twee
dvd-schijfjes zijn nodig om de volledige docu van ruim drie uur te
herbergen.
In deze film legt
Scorsese de focus op de beginjaren van Bob Dylan. Zijn jeugd in
Hibbing, Minnesota. De tocht naar Greenwich Village, New York. De
invloed van Woody Guthrie. De folkmuziek met onder meer Dave Van Ronk
en Liam Clancy van The Clancy Brothers. De naamswijziging van
Zimmerman naar Dylan. De film eindigt in 1966 met de Engelse tournee,
waarbij Dylan voor Judas wordt uitgemaakt.
Goede titel van de film.
No Direction Home. Dylan vertelt in de film dat hij met zijn muzikale
odyssee op weg ging naar huis – Minnesota was sowieso niet zijn
thuis. Hij was geboren in het verkeerde gezin, met een verkeerde naam
en in een verkeerde Amerikaanse staat. Nou ja, helemaal verkeerd was
Hibbing niet, want in deze staat ontspringt de Mississippi-delta.
No Direction Home. Het is
ook de titel van de biografie van Robert Shelton, de journalist die
een enthousiaste en positieve recensie schreef over de toen nog
onbekende Bob Dylan. Deze recensie in The New York Times was de
opmaat tot de ontdekking van deze 'folkie'.
No Direction Home. Zonder
richting naar huis, zonder een thuis te zijn. De laatste scene uit de
film is Dylan te zien, die na een Brits optreden een auto in duikt
(met reeds draaiende motoren) en verzucht: “Ik wil gewoon naar
huis.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten