Dichteres Astrid Lampe heeft de P.C. Hooft-prijs gekregen. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt in een wisselend thema: verhalend proza, beschouwend proza of poëzie. Deze keer is de poëzie dus aan de beurt.
Volgens de jury is Lampe "een van de eigenzinnigste" dichters van nu. Ze stelt "prangende vragen over klimaat, lichamelijkheid en digitalisering".
Heel even dacht ik: 'Jammer. Dylan zal deze prijs nooit krijgen.' Het volgende moment gaf ik mezelf een corrigerende tik. Natuurlijk is het niet jammer dat Lampe de poëzie-editie van de Hooft-prijs heeft gekregen. Voor proza en poëzie is nooit te veel ruimte en aandacht.
Dus ook niet als Lampe wordt geëerd.
Toch bleef de gedachte een beetje hangen. Natuurlijk, het Nederlands van Dylan is niet meer wat het geweest is. En dat is wel nodig voor de Hooftprijs. Maar ja, zijn Frans is ook niet heel sterk. Toch kreeg hij in 1990 de Ordre des Arts et des Lettres uit handen gereikt door de Franse cultuurminister Jack Lang.
Zou er niet een geitenpaadje te vinden zijn, dat Dylan deze Nederlandstalige prijs alsnog overhandigd krijgt? En dan uit handen van Robbert Dijkgraaf, die zijn talen ook wel spreekt. Immers, Dijkgraaf was sinds 2012 directeur van het Institute for Advanced Study in Princeton (VS).
Maar dat is van later zorg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten