Vandaag is in Amsterdam
de Februaristaking herdacht. Aanleiding hiervoor is de 75e
“verjaardag” van deze staking. In 1941 legden de arbeiders, onder
communistische aanvoering, het werk neer tegen de Jodenvervolgingen.
Directe aanleiding was de razzia van de Duitsers, als represaille op
de dood van WA-man Hendrik Koot. De Duitse bezetter vond in de onrust
die rondom de rellen en Koot’s dood ontstond voldoende aanleiding
om de eerste grote razzia’s in Amsterdam onder de Joodse bevolking
te houden, onder andere op het Jonas Daniël Meijerplein, op 22 en 23
februari 1941.
Willem Wilmink schreef
over de Tweede Wereldoorlog twee aangrijpende gedichten. De eerste is
Ben Ali Libi, minstens net zo indrukwekkend voorgedragen door Joost
Prinsen, als dat de inhoud van dit gedicht voor zichzelf spreekt. Het
andere gedicht is door Herman van Veen op muziek gezet en vertelt
over 'Een foto'.
Bob Dylan, zelf een zoon
van Oost-Europese en Oekraïnse joden, heeft zelf nooit iets gezegd
over wat de oorlog voor hem betekent. Voor de familie Zimmerman.
Misschien was het voor deze Joods-Amerikaanse familie wel een ver van
hun bed show, de oorlog op het Europese vasteland. Misschien wilde de
Joodse enclave in Minnesota niet teveel stilstaan bij deze oorlog,
waar hun voorouders voor waren gevlucht – weliswaar in de decennia
voorafgaand aan de Holocaust, maar alsof er geen verband tussen de
progroms in de verschillende eeuwen bestaat.
Dylan heeft er wél
eenmaal aan gerefereerd, aan die oorlog op zijn volksgenoten. In
'With God on our side' zingt Dylan:
When the Second World
War
Came to an end
We forgave the Germans
And we were friends
Though they murdered
six million
In the ovens they
fried
The Germans now too
Have God on their side
Waarvan akte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten