Dinsdagavond geeft Kees
de Graaf een cursus over Bob Dylan. Dit eenmalige hoorcollege heeft
als titel: “De poëzie van de singer-songwriter Bob Dylan”. Een
college in de Volksuniversiteit Amersfoort, met maximaal 16
deelnemers, tijdsduur is twee uur. Overzichtelijk dus. Of de
deelnemers ook een heus certificaat zullen ontvangen, als bewijs van
hun deelname, is de vraag. Dat is ook niet van belang, het gaat
immers om de inhoud.
De inhoud. De ondertitel
van de cursus is ambitieus, misschien zelfs een tikkeltje
hoogdravend: Leer de indringende poëzie en muziek kennen van de
grootste tekstschrijver en musicus aller tijden: Bob Dylan. De
grootste tekstschrijver en musicus aller tijden. Dat zijn grote
woorden. Ik vermoed dat De Graaf in dit geval de combinatie bedoelt
van tekstschrijver en musicus. Dat lijkt me logischer dan de twee
disciplines afzonderlijk te beschouwen bij Dylan.
Want is Dylan een grotere
(Engelstalige, dus 'wereldwijde') tekstschrijver dan bijvoorbeeld
Shakespeare? Is Dylan als musicus groter dan Bach en Mozart? Dat is
lastig te beoordelen, want wat vergelijk je precies? En daarbij, Bob
Dylan is een zingende dichter, of een dichtende zanger.
Bob Dylan is als
schrijver groots. Vergelijkbaar met Shakespeare, volgens kenners
zelfs de grootste schrijver sínds Shakespeare – waarbij
Shakespeare dus als een ijkfiguur wordt genomen. Maar is hij ook een
groots musicus? Dylan gebruikt de muziek om zijn boodschap te
'verkondigen': soms zingt hij als crooner, dan weer als bluesman en
soms klinkt het alsof hij een blanke neger is, een incarnatie van
Robert Johnson. Echt goed is Dylan niet als muzikant, wel geniaal in
zijn manier om de muziek aan te passen. Arrangementen die zich
aanpassen aan Dylans grillen op het podium, bijvoorbeeld.
Enfin, zomaar wat
gedachten over Dylan als grootse tekstschrijver en grootse musicus.
Nogmaals, ik denk dat De Graaf het bedoelt als combinatie van
tekstschrijver en musicus. Een tekstschrijver/musicus dus. Maar dat
zullen we morgenavond horen. We, de 16 deelnemers in de
Volksuniversiteit. Ik ben er bij, ik ben één van de zestien. Of er
inderdaad zestien deelnemers in de collegezaal zullen zitten, dat
weet ik niet – ik ben niet van de organisatie.
Morgenavond dus de
lezing. Het hoorcollege. Het debat. We zullen zien wat het gaat
worden, wat er gaat gebeuren. Ik ben erg benieuwd. Benieuwd naar de
inhoud, de vormgeving, de aanwezigen. Maar zoals het vaak gaat in
Dylan-land, moet je je laten verrassen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten