Waarom zou ik op een
Dylan-blog moeten schrijven over Joost Zwagerman? De twee hebben
weinig met elkaar gemeen. Feitelijk niks. Dylan is een soort Artist
in Residence – een uitvoerend artiest, die op het podium zijn
boodschap verteld. Niet zozeer zijn eigen boodschap, want daarvoor
staat Dylan de laatste jaren teveel in de schaduw. Letterlijk.
Nee, bij Dylan draait het
om de boodschap die de wereld in moet worden geslingerd. En daarvoor
maakt hij gebruik van het fysieke podium. Daar preekt hij, dat is
zijn kansel. Zijn kronieken, zijn schilderijen, zijn schetsjes, het
zijn Toon Hermans-achtige 'versjes' bij het grotere verhaal.
Zwagerman was een
publicist, hij schreef romans, gedichten, columns, recensies, gaf
gastcolleges over kunst. De Zwaag werd een media-persoonlijkheid.
Waar Dylan zichzelf uit de media begint te begeleiden, werd De Zwaag
meer en meer onderdeel van die media.
Beide mannen hebben de
pen als wapen, het woord als verdedigingsmechaniek. Maar daarmee is
ook alles gezegd. Waarom ik dan toch iets plaats over Zwagerman?
Omdat er misschien een lied zit in het leven van de Haarlemmer. Een
North Country Blues, misschien. Zoiets, denk ik.
Maar het is ook, omdat ik
het nog niet kan hebben dat een publicist als Zwagerman zichzelf van
het leven benam. Via deze weg een soort publieke rouwverwerking van
het verlies van een publiek figuur. Zoiets als dit, dus.
Omdat ik van Dylan heb
geleerd, dat voor elke publieke gebeurtenis woorden te vinden zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten