Eindelijk was het zover:
na twee jaar trad Bob Dylan afgelopen week weer op in Nederland. Niet
een eenmalig optreden in Ahoy, Rotterdam, of twee avonden in de
Heineken Music Hall van Amsterdam. Dylan was zo royaal om de
noordelijke Lage Landen met liefst vier optredens te bedelen. Vier
maal: een avond in het Muziekgebouw Eindhoven en driemaal het
Koninklijk Theater Carré in de hoofdstad. Een intermezzo in het
Franse Rouen werd ter elfder ure afgezegd wegens 'logistieke
problemen'.
Enfin.
De laatste avond was mijn
bezoek-avond. Met een broer en een neef, als de Drie Musketiers togen
wij naar Amsterdam voor een concert van Dylan. Een fantastisch
concert, om niet te zeggen: formidabel. Wat het zo waanzinnig goed
maakte, is lastig te zeggen. Desalniettemin waag ik een poging door
de avond de distilleren.
De stad
Natuurlijk is Amsterdam
een bijzondere stad. Voor eenvoudige jongens uit de provincie, zoals
wij dat zijn, is de hoofdstad iets unieks. Een biotoop op zich.
Wellicht voelt Dylan zich er prima in thuis, zo'n grote stad – voor
Nederlandse begrippen. Omdat de bard een paar achtereenvolgende
avonden heeft opgetreden in Carré, zal hij ongetwijfeld Mokum per
fiets hebben verkend. De vele coffeeshops die Amsterdam kent, zal hij
links hebben laten liggen. Naar verluidt leeft Dylan al jaren volgens
een strak en gezond dieet van de Schijf Van Vijf en de afwezigheid
van stimulerende middelen.
De schouwburg
Carré is een bijzondere
plek. Het summum voor cabaretiers der Lage Landen. Wie eenmaal in
Carré heeft weten te spelen, maar zich rekenen bij de top van de
Nederlandse theatermakers. Dylan is van de buitencategorie: geen
Nederlander en geen cabaretier. Wel een entertainer. De lampen zijn
goed afgesteld – zó afgesteld, dat Dylan niet alle aandacht
krijgt. Het is een teamprestatie en de zanger zelf wil graag in de
schaduw staan.
De bezoekers
In tegenstelling tot de
concerten in Ahoy en de Heineken Music Hall, kende het optreden in
Carré nauwelijks jong publiek. Dit keer waren het vooral de ouderen
die naar de singer-songwriter kwamen kijken. Misschien door de prijs
van de kaartjes, die voor deze editie wel bijzonder hoog was – de
prijs dan.
De band
De band is enorm op
elkaar ingespeeld. Zeker bassist Tony Garnier is een stabiele factor
in de vijfkoppige begeleidingsband van Dylan. Al ruim een kwart eeuw
bast Garnier bij zijn werkgever uit Duluth, Minnesota. Ook George
Recile is een fantastische muzikant. De drummer tikt de band vooruit.
En Dylan als pianist, hij boekt progressie! Verder hebben de
bandleden elk hetzelfde pak aan; spelen in Dylan's band vraagt om een
goede dresscode, waar de meester zelf met zijn eigen pak prima omheen
laveert.
De setlist
Verwacht geen Greatest
Hits-show bij Dylan. Het zijn vooral nummers van zijn laatste albums
Tempest en Shadows In The Night, die de maestro uitvoert. En vooral
die nummers van zijn Frank Sinatra-album: magnifiek! Dat vond het
publiek ook. Wanneer de grootmeester der popmuziek een Sinatra-song
inzette, oogstte hij applaus. De uitvoeringen waren dan ook
wonderschoon, met dank aan pedalsteel-gitarist Donnie Herron.
De afsluiting
Na de toegift loopt geen
meisje het podium op om de artiest van dienst te bedanken met een bos
bloemen. Wel nemen de zes mannen het slotapplaus van het publiek in
ontvangst. Dank voor de gastvrijheid. Waarna de heren het podium
verlaten en de crew begint op te ruimen. Op naar het volgende
theater.
Gezien: Bob Dylan in
Carré, 7 november 2015
Dit
artikel verscheen eerder op JournalistFrits.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten