De Coen
Brothers hebben een nieuwe film gepresenteerd: Inside Llewyn Davis. Het zal
door mijn gebrek aan interesse in ‘de film’ zijn, dat ik van dit nieuwe product
niet warm of koud word. Dat ik toch weet heb van deze speelfilm, komt door het
thema.
Inside Llewyn
Davis gaat ‘over de folkrevival in Greenwich Village, New York, anno 1961, vlak
voor Bob Dylan. Het boek The Mayor of
MacDougal Street, met de wrange memoires van folkmuzikant Dave Van Ronk,
leverde slechts anekdotes en couleur locale. “Dus gooiden we die kat er maar
tegenaan,” zegt Ethan Coen droog.’
Dat is wat ik
vandaag in nrc*next lees.
Bob Dylan,
folkrevival, Dave Van Ronk, Greenwich Village, MacDougal Street. Dit valt mij
op, terwijl ik lees over Inside Llewyn Davis. Coen van Zwol (what’s in a name,
Coen?) stelt onder meer de volgende vraag en krijgt daarop het bijbehorende
antwoord:
Bob Dylan zien we heel even. Was hij te groot om een
bijrol te geven?
Joel: “Exact, zet
de deur op een kier en Dylan neemt meteen je hele film over. Zijn schaduw hangt
over alles, maar het is exotischer Greenwich Village te tonen zoals hij dat in
1961 aantrof.”
Ethan: “Dylan
maakte goede sier met muziek van mensen als Dave Van Ronk. Die is als de
legendarische Johnny Appleseed, de man die uit idealisme appelbomen plantte. Anderen
plukten het fruit en werden rijk: nou Johnny, bedankt voor de appels!”
Ik neem het
ter kennisgeving aan en wacht tot de film voor een paar euro bij de Blokker
wordt aangeboden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten