't hele land tussen New Orleans en Jerusalem.”
Ik reisde door East Texas, waar vele martelaren stierven.
En ik ken niemand die de blues zing zoals Blind Willie McTell.
En ik ken niemand die de blues zing zoals Blind Willie McTell.
Nou, ik hoorde de oehoe zingen, toen ze de tenten neerhaalden.
De sterren boven de dorre bomen, vormden zijn enige publiek.
De houtskolen zigeunermeiden kunnen pronken met hun veren.
Maar niemand zingt de blues zoals Blind Willie McTell.
Zie hun grote plantages branden, hoor het kraken van de zwepen.
Ruik de zoete magnolia-bloesem, zie het gespook van de slavenschepen.
Ik kan de stammen horen kreunen, hoor die bel van de begrafenisondernemer.
Niemand zingt de blues zoals Blind Willie McTell.
D'r is een vrouw bij de rivier, samen met een mooie jonge aantrekkelijke vent.
Hij is gekleed als een schildknaap, illegaal gestookte whiskey in zijn hand.
Er is een kettingbende op de snelweg, ik hoor ze opstandig zingen.
En ik ken geen een die de blues zingt zoals Blind Willie McTell.
Nou, God is in Zijn hemel en wij willen allen wat van Hem is.
Maar macht en hebzucht en een corrupt geslacht lijkt al wat er is.
Ik staar uit het venster van het St. James Hotel
En ik ken geen een die de blues zingt zoals Blind Willie McTell
Geen opmerkingen:
Een reactie posten