Sinds afgelopen woensdag
wordt in De Fundatie in Zwolle de expositie Face Value gehouden.
Twaalf schilderijen van de hand van Bob Dylan. De werken hangen over
drie wanden aan een zijde van de zaal, aan de andere zijde van de
zaal hangen de tussen 1651 en 1658 door Gerard ter Borch gemaakte
portretten van Willem Craeyvanger, Christine van der Wart en hun
kinderen. Verder is in het museum in de Hanzestad exposities te zien
van componist Michiel Borstlap (audire et videre I) en Jeroen Krabbé
(Het Late Licht).
Ik ben geen kenner of
liefhebber van schilderkunst. Desalniettemin toog ik vandaag naar
Zwolle, mijn oude studentenstad, om het museum te bezoeken. En
aangezien ik er toch was, heb ik gelijk ook de andere
tentoonstellingen bekeken. Het gaat bij dit blog natuurlijk om het
werk van Dylan.
De portrettenserie Face
Value uit 2012 is in bruikleen van The Bob and Jenny Ramsey
Collection. Voor de tentoonstelling van Face Value in De Fundatie is
geen catalogus gedrukt, maar de catalogus van de tentoonstelling van
Face Value in Chemnitz (zomer 2016) is te koop in De Fundatie.
Enfin, wat vind ik er
van? Ik ben geen kenner van kunst, dus ik kan het niet op waarde
schatten. Ik zie de twaalf “karakterstudies”. De manier van
schilderen is typisch Dylan: sla de hoezen er maar op na van Music
From Big Pink, Self Portrait en Another Self Portrait en je ziet
saamhorigheid met Face Value.
Leuk vond ik het om ook
deze kunstvorm van Dylan te bekijken. Toch is mijn leven niet per se
verrijkt of mijn kennis en inzicht in Dylan's werk toegenomen. Face
Value is vooral een aardigheid, een extraatje.
De schilderijen zijn tot
en met 20 augustus te zien, daarna gaan ze weer terug naar Bob en
Jenny Ramsey. Om zich voorlopig nooit meer aan de wereld te vertonen.
Ach, wat is nooit meer?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten