Maandag 10 november 2003, ik bezoek mijn tweede Bob Dylan-concert. Het is de eerste avond van twee - de eerste shows die Dylan geeft in de Heineken Music Hall in Amsterdam. Een klein anderhalf jaar eerder zag ik Dylan voor het eerst, in Ahoy Rotterdam.
Het is de tournee waarin Dylan voor het eerst ook zijn elektrische pianootje tevoorschijn had gehaald. En de tournee met Freddie Koella, de gitarist uit de band Willy de Ville. Koella verving Charlie Sexton als gitarist. George Recile zat weer op de drumkit; bij het vorige Nederlandse optreden werd hij vervangen door Jim Keltner, omdat Recile zijn pols geblesseerd had.
Het iss ook de tournee met die uitgebreide introductie, uitgesproken door de tourmanager van dienst: The poet laureate of rock 'n' roll. The voice of the promise of the '60s counter-culture. The guy who forced folk into bed with rock. Who donned make-up in the '70s and disappeared into a haze of substance abuse. Who emerged to find Jesus. Who was written off as a has-been by the end of the '80s and who suddenly shifted gears, releasing some of the strongest music of his career beginning in the late '90s. Ladies and gentlemen — Columbia recording artist Bob Dylan!
Enfin.
Emil Peeters was ook aanwezig in het publiek. Hij schreef voor METRO een concertverslag, dat de volgende ochtend was te lezen. Het was de tijd dat METRO inhoudelijk nog kon concurreren met die andere gratis OV-ochtendkrant Sp!ts. Natuurlijk had METRO voor de papieren krant maar beperkt ruimte voor de recensie - maar toch, Peeters werd niet heel enthousiast.
Dylans heilige vuur was gedoofd, in vergelijking met de beruchte jaren tachtig en de Time Ouf Of Mind-optredens. Wanneer de band geregeld gas terug nam en minder rockte, bleef weinig van de songs overeind, vond Peeters. Het geluid was slecht: de drums en piano waren slecht versterkt, in tegenstelling tot Dylans zang - "een verkouden kraai op leeftijd".
Dat de band stevig rockte, gold als jus op de aardappels. Maar dat kon de algemene indruk niet oppoetsen: "Maar ja, voor een avondje rocken weet ik nog wel een paar zalen in Nederland, waar je voor minder dan tien euro helemaal aan je trekken komt. En daar mag je na afloop ook nog een biertje drinken aan de bar."
Het ontbreekt er nog maar net aan of Peeters was eigenlijk op weg naar een live-concert met alleen maar golden oldies en greatest hits. Die songs komen al sinds mensenheugenis niet voorbij in de setlist van Dylan. Of ze komen wel voorbij, maar dan in een geheel nieuwe uitvoering. Als je de versie van de plaat wilt horen, zet je de plaat thuis maar op.
It's All Over Now, Baby Blue kreeg een country-uitvoering, 'inclusief pedal steel'. Was dat als compliment bedoeld? "Girl from the north country bleef nauwelijks overeind," noteerde Peeters. Sjah, misschien was hij net even plassen. Geen referentie aan Johnny Cash, die een maand eerder was overleden en met wie Dylan 'Girl' als duet opnam voor Nashville Skyline.
Awel.
Die recensie in METRO was de eerste keer dat ik persoonlijk werd geconfronteerd met de waterscheiding in de muziekwereld. Je houdt van Dylan of je haat hem. Peeters behoorde tot die laatste categorie. Tegenwoordig is hij redacteur bij het magazine Aftersales, "hét vakblad in de autobranche". Misschien zegt dat ook wel iets.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten