zondag 14 januari 2018

Kronieken #30: Nobelprijs

Eind vorig jaar verscheen de papieren versie van Dylan's Nobel Speech. Hij leverde de tekst en het bijbehorende audio-bestand in met Pinksteren, net binnen de termijn om het benodigde prijzengeld van 820.000 euro overgemaakt te krijgen.
In zijn lezing bespreekt de Nobel-laureaat drie boeken: Moby Dick (Herman Melville), Van het westelijk front geen nieuws van Erich Maria Remarque en Homerus’ Odyssee over de omzwervingen en avonturen van Odysseus na afloop van de Trojaanse oorlog. Uiteraard in de Amerikaanse vertalingen, ik vermoed dat Dylan nauwelijks een andere wereldtaal onder de knie heeft.
Het boek van Herman Melville gaat over de maniakale jacht op de witte potvis Moby Dick door de op wraak beluste gezagvoerder van de walvisvaarder Pequod kapitein Ahab. Volgens de Wikipedia-pagina wordt die Captain Ahab in het Nederlands weergegeven als Achab, de oudtestamentische koning, wiens geschiedenis in 1 Koningen 16 tot en met hoofdstuk 22.
Achab is de koning met wie de profeet Elia constant overhoop ligt. En Achab is de koning die de wijngaard van zijn buurman Nabot wederrechterlijk overneemt. Ingefluisterd door die akelige Izebel, dochter van koning Etbaäl van Sidon.
Enfin.
Moby Dick dus, de witte potvis. Herinner je de dialoog, die in Pittsburgh plaatsvond?

What’s the matter, Molly, dear
What’s the matter with your mound?”
What’s it to ya, Moby Dick?
This is chicken town!”

Dat is althans wat Dylan noteert in Lo And Behold!, het lied vol verbazing.
En dan is er nog dat boek Van het westelijk front geen nieuws. All Quiet on the Western Front luidt de Engelse titel van het boek van Erich Maria Remarque. Het zou bijna familie kunnen zijn van Philippe Remarque, de Nederlandse hoofdredacteur van de Volkskrant. Bijna, want de twee Remarque's zijn geen familie van elkaar. De schrijver van Im Westen nichts Neues had Erich Paul Remark in zijn paspoort staan.
Bijna geen familie. Het had wel gekund. Want in de Volkskrant wordt vaak en veel geschreven over Bob Dylan. Vroeger haalde Martin Bril de zanger vaak aan in zijn columns; voor het begeleidende boekje van The Bob Dylan 60's Collection, een box van de krant, schreef Bril de tekst. Zijn verhaal Een Man Uit De Verte is titelnummer geworden van het verzameld werk over 'de helden van Martin Bril'.
Vandaag heb ik niet zoveel te doen. Ik denk dat ik The Nobel Speech maar weer eens pak en ga lezen. Of ik laat me voorlezen door de maestro zelf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten