I ain’t seen my
family in twenty years
That ain’t easy to
understand
They may be dead by
now
I lost track of them
after they lost their land
Aan deze woorden moest ik
denken, toen ik arriveerde bij de barbecue. Deze bijeenkomst werd
georganiseerd door een kant van de familie, die ik al zo'n twintig
jaar niet meer had gezien. They may be dead by now, een aantal leden
was inmiddels ook overleden. Dat wist ik ook wel, de rouwkaarten had
ik gezien. En toch, het blijft een vreemde gewaarwording.
Twintig jaar. Neven en
nichten waar je de naam van was vergeten. Nieuwe achterneefjes en
achternichtjes. Nieuwe aangetrouwde familie. Ooms en tantes die
inmiddels het tijdelijke met het eeuwige hadden verruild – en dus
gaten in het gezin hadden geslagen.
Dylan geldt als
uitgangspunt en contrapunt. Dat geldt in vrijwel alles. Bij veel
gebeurtenissen zingt een zin van Dylan door m'n hoofd. Een vertaling,
een zin, een melodie, schreef ik eind vorig jaar in mijn eigen versie
van de Banquet Speech.
Zo ervoer ik deze
barbecue, met een Dylan-citaat. Ik verloor ze uit het oog nadat ze
uit hun land waren vertrokken. Of misschien geldt dat ook wel
andersom: nadat ik uit hun land was weggegaan, zagen zij mij niet
meer. Vertrek heeft altijd iets te maken met een
tweerichtingsverkeer.
Enfin.
Is er troost te vinden in
Long And Wasted Years, een van de nummers van Tempest? Zeker, in het
einde. We hebben gehuild, zoveel tranen, zoveel vanwege de lange en
verloren jaren.
We cried on a cold and
frosty morn’
We cried because our
souls were torn
So much for tears
So much for those long
and wasted years.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten