In zijn Nobel Speech
haalt Bob Dylan drie boeken aan, die hem hebben beïnvloed: Moby
Dick, All Quiet on the Western Front en The Odyssey. Het middelste
boek, All Quiet on the Western Front, is een vertaling van Im Westen
nichts Neues van de Duitse veteraan Erich Maria Remarque. In 1947
kreeg Remarque de Amerikaanse nationaliteit, nadat vijftien jaar
eerder hem zijn Duitse paspoort was ontnomen en hij statenloos was.
In 2007 toonde de
Oost-Duitse stad Chemnitz als eerste de schilderijen van Bob Dylan.
Deze tentoonstelling kwam op initiatief van de directeur van het
museum, Ingrid Mössinger. Ze was in New York, zag het werkje uit
1994 met Dylans tekeningen en raakte in de ban. Thuisgekomen nam ze
contact op met het management van Bob Dylan met een eenvoudige vraag:
zou Dylan in Chemnitz willen exposeren?
In 2013 werd Dylan
toegelaten tot de zogenaamde Duitse Kunst-adel bij de De Akademie der
Künste, een club met een geschiedenis die tot de 17e eeuw teruggaat.
Je kunt dus wel zeggen
dat Dylan “iets” met Duitsland heeft. Maar wat die relatie
precies is, weet ik niet. Is het dat de voormalige DDR zo dicht bij
het gebied ligt, waar de voorouders van zowel vaders als moeders
zijde vandaan komen? Is het vanwege 'de oorlog'? Wat heeft 'his
Bobness' met onze oosterburen? En hoe zit dat precies?
Misschien doen zulke
vragen er ook niet toe. Het gaat immers om het werk dat Dylan levert.
Ja, dat zeker. Maar het wil ook wel helpen als je soms wat meer
achtergrondinformatie weet. Of misschien ook wel niet weet, want het
gebrek aan informatie kan de mythe rond de teksten ook weer
versterken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten