Gisteren overleed de
Israëlische schrijver en journalist Amos Oz is op 79-jarige
leeftijd. Dat betekent op voorhand al één constatering: ook Amos Oz
zal niet meer de Nobelprijs voor de Literatuur krijgen. Deze
prestigieuze onderscheiding kan alleen worden toegekend aan levende
personen, die hun laureaat ook pas horen op het moment dat de Zweedse
Academie de 'winnaar' bekend maakt.
De Canadees Ralph Steinman (68), die in 2011 samen met twee anderen de Nobelprijs voor
Geneeskunde toegekend heeft gekregen, kort daarvoor te zijn
overleden.
De Nobelprijs kan niet
postuum worden toegekend. Volgens de officiële regels van het
Nobelcomité kan een persoon geen Nobelprijs winnen als hij of zij al
is overleden. Als een winnaar tussen het moment van de bekendmaking
van de prijs en de uitreiking komt te overlijden, kan de prijs wel
postuum worden uitgereikt.
Enfin.
Geen Nobelprijs voor Amos
Oz. Evenmin dus voor zijn Joodse mede-literator Leonard Cohen, die
ons al in 2016 is ontvallen. Deze twee Joden komen dus niet in
hetzelfde rijtje te staan als Bob Dylan, die de prijs in 2016 wél
ontving. Dylan kreeg de Nobelprijs “voor het scheppen van nieuwe
poëtische uitdrukkingsvormen in de grote Amerikaanse liedtraditie.”
Ik heb vandaag weer een
elpee van Dylan gekocht. Een album uit 1967: Bob Dylan's Greatest
Hits III. Met dezelfde hoes als van Bob Dylan's Greatest Hits uit
hetzelfde jaar, maar met een volstrekt andere songlist. Rowland
Scherman is verantwoordelijk voor die hoes. Een druk Greatest Hits-jaar voor Dylan, want de eerste compilatie (zonder een cijfer,
maar wel met dezelfde hoes) verscheen ook in 1967. En in Amerika
verscheen de verzamelaar met die foto van Jerry Schatzberg , met
Dylan en in zijn hand het boek Flemish Painting from Bosch to Rubens
van Jacques Lassaigne, uitgegeven in New York in 1958.
Nee. Feitelijk niet. Wel
een goede reden om deze plaat te draaien, met 2019 in het
vooruitzicht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten