We carried you in our
arms / On Independence Day. Met deze woorden begint het nummer Tears
Of Rage uit 1967. Dit nummer is geschreven door Bob Dylan en Richard
Manuel en verscheen voor het eerst op Music From Big Pink, het
debuutalbum van The Band. Vandaag is het de Amerikaanse
Onafhankelijkheidsdag en dat geeft mij een goede reden om Tears Of
Rage weer te draaien.
Het zegt iets over mijn
passie. Veel van wat in mijn leven passeert, link ik aan Bob Dylan.
Een nationale feestdag aan de andere kant van de oceaan is de
openingszin van een Dylan-song. Hij is de man die mijn leven van taal
en teken voorziet. Dylan geldt als uitgangspunt en contrapunt. Dat
geldt in vrijwel alles. Bij veel gebeurtenissen zingt een zin van
Dylan door m'n hoofd. Een vertaling, een zin, een melodie. En rondom
kerkdiensten, vooral die diensten met meer dan 1 Opwekkingslied:
thuis eerst maar een Dylan-song draaien. Omdat Dylan het leven, ook
het gelovige leven, niet mooier of gladder voorstelt dan veel
evangelische vakbroeders.
Sinds jaar en dag
onderhoud ik een weblog over Bob Dylan: Een Ander Zelfportret. De
titel verwijst naar aflevering 10 uit The Bootleg Series, Another
Self Portrait. Dit album verscheen in oktober 2013, in dezelfde tijd
dat Bob Dylan een Europese tournee verzorgde en twee maal in
Nederland optrad.
Ik schrijf niet elke dag
over Dylan, maar wel zeer regelmatig. Bijna elke dag draai ik iets
van Dylan. De aforismen en spreuken van Dylan zitten overal in mijn
hoofd verspreid. Er gaat werkelijk geen dag voorbij dat ik geen
Dylan-citaat voorbij heb gedacht. Zo is mijn muzikale en tekstuele
voorkeur – ook tekstueel: vorig jaar kreeg de zanger de Nobelprijs
voor de Literatuur.
Mijn passie doet een
beetje denken aan wat wijlen Martin Bril had met Napoleon, de kleine
keizer. In 2008 verscheen De Kleine Keizer – Verslag van een
passie, waarin de columnist vertelde over de rol die Napoleon
Bonaparte in zijn leven speelde. Hij ontving er de Bob den Uyl-prijs
voor – hij kon de uitreiking niet meer bijwonen, een dag later
overleed hij op 49-jarige leeftijd.
In de epiloog schrijft
Bril over dat hij met zijn vrouw stond te kijken naar een monument
van Napoleon bij Engeland, waar de Franse dictator nooit is geweest.
Mevrouw Bril: “'[Napoleon] heeft gewoon van het plan afgezien,
Engeland de rug toegekeerd. Soms moet je iets niet door laten gaan,
met iets nieuws beginnen.' Zo had ik dat nog niet bekeken, en ik
geloof nu dat ik daar in Boulogne, in de schaduw van dat enorme
beeld, tot het besef kwam dat het mooi was geweest met mijn passie.”
Zo onduidelijk dat de
passie begon, zo helder was de passie na vier jaar weer gestopt. Een
tijdelijke obsessie. Dat is mijn Dylan-obsessie niet. Ik ben sinds
het verschijnen van “Love & Theft” in de ban van Dylan.
Niets mis mee. Op deze
Onafhankelijkheidsdag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten